De ontwikkelingen rond geïntegreerd werken met Revalidatie Friesland staan niet stil. Tot nu toe is het zo dat elke klas zogenaamde schoolblokken heeft. In die blokken mag geen therapie worden gepland. In de schoolblokken kan de leerkracht de instructielessen geven zoals rekenen, lezen, schrijven, begrijpend lezen, taal, etc. Naarmate de leerlingen ouder worden komen daar vakken als geschiedenis, aardrijkskunde en Engels bij. Lessen sociaal-emotioneel en natuur en techniek zijn er voor alle leeftijden.

Regelmatig komt het voor dat er wel door een schoolblok heen gepland wordt, vanwege een planningsprobleem of een uitzondering. Het maakt het voor de leerkrachten lastig om genoeg instructies te plannen in de week. Met het geïntegreerd werken proberen we hier een verbeteringsslag te maken. Als een leerling bijvoorbeeld ergotherapie heeft vanwege schrijven/schrijfhand/schrijfhulpmiddelen, wordt deze therapie nu in de klas gepland tijdens de schrijfles. De leerling hoeft niet uit de klas, de leerkracht ziet waar de ergotherapeut mee bezig is en de leerling past het geleerde direct in de praktijk toe. Dat is wat we (School Lyndensteyn én Revalidatie Friesland) willen: dat de leerling de geleerde vaardigheden zo veel mogelijk in de praktijk toepast.

Op dit moment zijn we bezig met een ander soort rooster. In plaats van schoolblokken krijgen we therapieblokken. Therapieën van verschillende leerlingen zijn tegelijk gepland en therapeuten komen in de klas voor lessen. Alles is geclusterd zodat er meer tijd voor onderwijs overblijft.
Dit is een enorme klus, omdat het zoveel therapieën, therapeuten, leerlingen en klassen betreft. Het nieuwe rooster is uitgerold per 1 februari 2019. Het doel is dat het programma voor de leerling efficiënter wordt en hij of zij goed aan de therapie én onderwijsdoelen kan werken.


Onze ervaringen

In 2017-2018 zijn we gestart met het organiseren van geïntegreerd werken in een aantal klassen. In 2018-2019 zijn daar een paar klassen bij gekomen. De positieve bevindingen van de betreffende klassen zijn;

  • De leerling heeft minder looptijd van en naar therapie.
  • Leerlingen hebben hierdoor meer energie over.
  • Er kan sneller ingespeeld worden op de behoefte van het kind op het moment (direct contact tussen leerkracht en therapeut).
  • De leerkracht kan buiten ’therapietijd’ de therapieoefeningen en het geleerde ook herhalen en toepassen in de klas.
  • Er is meer onderwijstijd en instructietijd voor de hele groep beschikbaar in de klas.
  • De leerlingen zien dat klasgenootjes dezelfde dingen moeilijk vinden tijdens het oefenen. Het is dus helemaal niet raar.
  • Leerkrachten en therapeuten begrijpen elkaar beter, en kunnen gemakkelijker eenzelfde benadering naar de leerlingen toe vinden.
  • De therapeut ziet hoe een leerling in de klas handelt en functioneert en kan een snellere observatie doen van zithouding, instructie en mate van afleiding.
  • Een leerling kan sneller en meer generaliseren en toepassen in de klassensetting.
  • De therapeut leert de kinderen in de groep goed kennen waardoor hij/ zij ook bij andere kinderen ‘revalidatiehulpvragen’ kan signaleren en oppakken.
  • Er is meer rust in de klas.