Op 18 mei 1860 wordt freule Cornelia Johanna Maria geboren, dochter van Maria Catharina van Pallandt en Baron Reinhardt van Lynden. Zij wonen een groot deel van het jaar op hun slot Waardenburg of in Den Haag maar de zomermaanden brengen zij door op hun buitenverblijf Lyndensteyn in Beetsterzwaag.
De kleine Cornelia, die met een zwakke gezondheid kampt, wordt uitermate beschermd en religieus opgevoed en heeft tijdens haar verblijf op Lyndensteyn eigenlijk alleen contact met de huisonderwijzer, de gouvernante en de dominee. Als ze een jaar of twaalf is, wordt ze zich bewust van de sociale nood in Beetsterzwaag en omgeving. De behoefte om daar wat aan te doen deelt ze met haar vader en moeder. Het kippenhok in de tuin wordt ingericht als apotheek en van daar uit worden dorpelingen gratis voorzien van medicijnen en huismiddeltjes.
In de loop van de jaren begint de zwakke gezondheid van freule Cornelia steeds meer zorgen te baren en op 26 mei 1880 overlijdt zij aan tuberculose. Zij wordt begraven in het familiegraf bij het kerkje van Beets. Ter nagedachtenis aan freule Cornelia is in 1905 door de erflater, Jacob baron van Pallandt, Huis Lyndensteyn en de bijbehorende bezittingen ondergebracht in de Cornelia Stichting, die als eerste doelstelling had: “Het kosteloos opnemen van ziekelijke, gebrekkige of behoeftige minderjarige kinderen uit de dorpen Beetsterzwaag, Beets, Siegerswoude, Wijnjeterp, Lippenhuizen en Terwispel, gelegen in de gemeente Opsterland en voor het geval de fondsen der stichting het toelaten ook uit het overige deel van genoemde gemeente of uit andere plaatsen in de provincie Friesland”.
Dit betekende de start van wat is uitgegroeid tot School Lyndensteyn en Revalidatie Friesland.
Het onderwijs aan de patiëntjes wordt aanvankelijk verzorgd in het revalidatiecentrum door onderwijzers uit het dorp.
Toen in 1962 de Mytylschool Lyndensteyn werd gesticht, werd onderwijs verzorgd aan 26 leerlingen tussen 6 en 17 jaar. De naam Mytylschool is ontleend aan het meisje uit het sprookje ‘De blauwe vogel’ van de Belgische schrijver Maurice Maeterlinck. Mytyl en haar broertje Tyltyl proberen in dat sprookje de blauwe vogel te vinden die hun verlamde buurmeisje beter kan maken. Na een gevaarlijke reis, die niets oplevert, gaan ze weer naar huis. Ten einde raad besluiten ze hun eigen tortelduif te geven aan het gehandicapte buurmeisje. En dan gebeurt er iets wonderlijks. Op het moment dat de duif gegeven wordt verandert die in de blauwe vogel die ze zochten. Een vogel die volgens de woorden van de fee het geluk zal brengen. Het buurmeisje wordt beter.